woensdag 20 november 2013

Archeologie in de Hoeksche Waard


Archeologen verdiepen zich in voorbije culturen. Hoe de mensen toen leefden en waar. Dit kunnen ze doen door de voorwerpen die worden gevonden bij opgravingen. Zo kunnen ze een reconstructie maken van hoe het leven er toen uit heeft kunnen zien. Er is nooit helemaal de zekerheid dat het zo is geweest, daar er, zeker over de vroegste culturen, niets op papier of beeldmateriaal staat vanuit die tijd. Simpel omdat dit toen nog niet bestond.
Eigenlijk is de archeologie een hele grote bijzondere puzzel en zijn de archeologen puzzelaars. Stukje bij beetje komen we meer te weten hoe onze verre voorouders hebben geleefd. Hoe ze voorwerpen uitvonden om hun leven te vergemakkelijken. Ook tegenwoordig zijn de mensen nog steeds aan het uitvinden. Dit zal altijd zo zijn. En in bepaalde periodes in het verleden zie je dat er pieken zijn in het uitvinden. Dit alles kun je terug zien aan de gebruiksvoorwerpen die we in de grond vinden.
De gevonden gebruiksvoorwerpen worden zorgvuldig in kaart gebracht en bewaard.
Stichting Archeologie Hoeksche Waard is een vrijwilligersorganisatie, bestaande uit een groep enthousiaste mensen, die zich sterk maakt voor het bewaren en in kaart brengen van het bodemarchief van de Hoeksche Waard.
De Stichting Archeologie Hoeksche Waard signaleert als er bedreigingen zijn voor dat bodemarchief, bijvoorbeeld door aanleg van wegen of het bouwen van een nieuwe wijk op een plek waar te verwachten is dat er zich belangrijke resten uit het verleden bevinden. Stichting Archeologie Hoeksche Waard stelt zoveel mogelijk vondsten uit de Hoeksche Waard ten toon op verschillende plaatsen in de Hoeksche Waard.
Op het moment bijvoorbeeld onder meer in het museum "Het Land van Strijen", het Oude Raadhuis in Oud-Beijerland, de bibliotheek in Mijnsheerenland, Het Nationaal Landschapscentrum in Numansdorp.
De Stichting Archeologie Hoeksche Waard organiseert ook lessen op scholen, educatieve projecten zoals het scherven plakken,speurtochten voor kinderen in musea en lezingen.

Stichting Archeologie Hoeksche Waard  archeologie.sah@upcmail.nl

maandag 28 oktober 2013

Oude Oorkonden


Strijen - De heilige Gerdrudis was een voormoeder van Karel de Grote. Maar wat leuker is: zij was ook Gravin van Strijen. In het jaar 659 overleed zij en al snel na haar dood werd haar leven beschreven en rondom haar zijn tal van wonderen opgetekend.
Na Gertrudis’ dood kwam haar land in handen van een nicht en vandaar liep de lijn via een reeks nakomelingen door naar Sinte Hilsondis in de 10e eeuw. Deze adelijke dame werd ook wel Hereswijt, Hereswind of Hilsuïndis genoemd. In 992 stichtte zij, samen met haar man Ansfried, de abdij van Thorn in Limburg. Uiteindelijk vermaakte zij al haar bezittingen in West-Brabant aan de abdij in Thorn.
Deze bezittingen omvatten de latere heerlijkheden Breda en Bergen op Zoom, Strijen in de Hoekse Waard, Zevenbergen, Steenbergen, Geertruidenberg en enkele plaatsen in de provincie Antwerpen zoals Oostmalle, Merksem vlakbij Antwerpen en Ekeren.
Nadien vererfde het land weer en het werd verdeeld in een noordelijk deel dat de naam Land van Strijen kreeg. Het zuidelijk deel omvatte Breda en Bergen op Zoom. Uiteindelijk liep de lijn door naar de Heren van Breda, verre voorouders van onze eigen Prinses Beatrix.
Zo stamden de Heren van Breda uit een ongelooflijk oud geslacht. Dat was belangrijk voor de Heren van Breda - hoe ouder het geslacht, hoe machtiger de dynastie.
Een aansprekend verhaal over de geschiedenis van Strijen. Maar hoe weten we dat eigenlijk allemaal? De bron van dit verhaal komt uit drie oorkonden uit de jaren 966, 967 en 992. De originelen van deze oorkonden heeft geen mens ooit gezien. Wij kennen het verhaal door afschriften uit de vroeg 17e eeuw.
Maar al rond 1800 waren er geleerden die twijfelden aan de echtheid van deze afschriften. De eerste stadsarchivaris van Breda, mr. A.G. Kleyn, schreef in 1861 een boek over de oudste geschiedenis van het Land en de Heren van Breda waarin hij dit verhaal over het Graafschap Strijen ontkracht. Zijn conclusie: de oorkonden zijn vals en dit verhaal over de vroegste geschiedenis van Strijen is niet te bewijzen.

Geertje Wiersma

Wie hierover meer wil lezen kan terecht in A.C.,M. Kappelhof, 'Het ontstaan van de Strijenlegende', in Jaarboek De Oranjeboom 61 (2008), ook gepubliceerd in TijdING, het webtijdschrift van het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (2010)
http://www.inghist.nl/Onderzoek/tijding/bijdragen/strijelegende/Het%20ontstaan%20van%20de%20Strijenlegende.pdf


zaterdag 17 augustus 2013

De smaak van vroeger




Van oudsher staat augustus bekend als oogstmaand. Vroeger werkten hele gezinnen in deze zomermaand op het land, om alle producten op tijd binnen te halen. En er werd alweer gezaaid om na de herfst te kunnen oogsten. Zo dicteerde de natuur ons dagelijks leven.
In de Hoeksche Waard was de ambachtsheerlijkheid Cromstrijen, een 500 jaar oud landbouwbedrijf dat na de oorlog uitgroeide tot en van de modernste en grootste landbouwbedrijven van Nederland, een grote leverancier van landbouwproducten. Hier werden ook boomgaarden, weilanden, bies-, riet- en griendlanden geëxploiteerd. Jaarlijks werd een intensief zaaiplan uitgevoerd, waarvan suikerbieten en aardappelen de hoofdmoot vormden. Daarnaast voorzag het zaaiplan in Cromstrijen in de teelt van rogge, haver, tarwe en koolzaad. In de ambachtsheerlijkheid werkten in het interbellum, en ook in de jaren direct na de oorlog, circa tweehonderd mensen. Elk personeelslid kreeg - bij wijze van secundaire arbeidsvoorwaarde - de beschikking over een perceel tuinbouwgrond, om zelf groenten voor eigen consumptie te verbouwen.
Aardappelen, andijvie, bloemkool, boontjes en later in het jaar rapen en knollen en tal van andere groenten konden worden geoogst en verschenen op het menu. Met eindeloos geduld en ijver wisten huisvrouwen van de verse groenten uit eigen tuin heerlijke gerechten op tafel te toveren.
Wij zouden nu beslist spreken van Slow Food. Het was normaal om vlees uren op een petroleumstel te laten pruttelen. Of bijvoorbeeld met zijn allen rond de tafel tuinbonen te doppen.
Balkenbrij,  drie in de pan,  hete bliksem,  jan in de zak, blote billetjes in het gras, kandeel en slemp; ouderwetse maaltijden waarvan we de namen nog wel kennen. Maar of ze nog wel eens worden opgediend? 
De Hoeksche Waard kende eigen traditionele recepten, zoals Pastinaak met peren, Draadjesvlees met juinen en  peperkoek en St. Jacobszalm uit de Oude Maas. Stuk voor stuk gerechten die ook in onze tijd nog heerlijk smaken! 

Geertje Wiersma

vrijdag 12 juli 2013

Smeken om genade



Vrouwen en geschiedenis - beroemde, beruchte, vergeten vrouwen, vorstinnen, regentessen, landvoogdessen. We kennen hun namen, maar ze blijven meestal in de marge van de echte grote mannengeschiedenis. Toch hebben zij altijd een verhaal, vaak boeiend en aangrijpend. Zoals onze eigen Sabina van Beijeren.

Volgens de kronieken werd Oud-Beijerland in 1559 gesticht door graaf Lamoraal van Egmont. Hij vernoemde het dorp naar zijn vrouw Sabina van Beijeren. In de Nederlanden gold Sabina als een van de meest vooraanstaande vrouwen van het land. Sabina speelde samen met Anna van Saksen, de echtgenote van Willem van Oranje, een belangrijke rol in het hofleven van Margaretha van Parma. Men zegt dat er een grote rivaliteit tussen de twee dames bestond en dat zij elkaar de voorrang weigerden en zich steeds gelijktijdig door deuropeningen wrongen.
Aan het luxe leven van Sabina van Beieren kwam een eind toen Lamoraal van Egmont in 1567 werd gearresteerd door de hertog van Alva op beschuldiging van hoogverraad. Direct na de arrestatie begon Sabina haar ruime internationale netwerk aan te spreken om hem vrij te krijgen: de ridders van de Orde van het Gulden Vlies – waartoe Lamoraal behoorde –, familieleden in de Duitse landen, zoals haar broer Frederik III en haar Wittelsbacher verwanten in Beieren, keizer Maximiliaan II, koningin Elisabeth van Engeland en zelfs de paus.
Hoewel er in brede kring sympathie bestond voor Lamoraal en men zijn lot betreurde slaagde men er niet in zijn leven te redden. Op 5 juni 1568 werd hij op de Grote Markt van Brussel onthoofd. Zo werd hij aan de vooravond van de Tachtigjarige Oorlog een van de eerste martelaren in de strijd tegen de Spanjaarden.

De onthoofding van Lamoraal van Egmont had grote gevolgen voor de naamgeefster van Oud-Beijerland. Al direct werden al haar goederen geconfisqueerd. Sabina moest haar paleis in Brussel verlaten. Berooid trok ze zich met haar 11 kinderen terug in het klooster Ter Kamere in de buurt van Brussel. In de literatuur over de Tachtigjarige Oorlog staat Sabina van Beijeren symbool voor de vernedering van de Nederlandse edelen door de hertog van Alva. Haar hoogadellijke afkomst stak pijnlijk af tegen de ontberingen en armoede, die ze na de onthoofding van haar man moest lijden.


Geertje Wiersma

donderdag 4 juli 2013

De museumtuin van ’t Hof van Assendelft in Heinenoord


 

Tot de collectie van het Streekmuseum Hoeksche Waard behoort ook de hoftuin, één van de laatste door tuinarchitecte Mien Ruys ontworpen tuinen, voordat zij in 1999 overleed. Het Streekmuseum Hoeksche Waard organiseert op woensdagmiddag 10 juli een speciale rondgang met gids door deze tuin.

De hoftuin omvat diverse bloemenborders, leilindes en fruitbomen waaronder  mispels, een ‘vergeten’ vrucht met een verhaal (zo rot als een….). Er is een keur aan planten en kleurencombinaties zoals Mien Ruys ze bedoeld heeft in haar ontwerpen. Voor de liefhebbers zijn potjes met stekken verkrijgbaar na de wandeling.

Kortom, er is meer over de tuin te vertellen dan op het eerste gezicht verwacht wordt. Mensen die daar enthousiast over kunnen meepraten zijn uiteraard de tuinvrijwilligers. Zij verzorgen de wandeling door de tuin en zijn ook aan het werk tijdens het eerste “Kijkje in de tuin” op woensdag 10 juli. Een tweede gelegenheid om de hoftuin onder begeleiding te bekijken, is op zaterdag 31 augustus 2013. Mocht u enthousiast geworden zijn over deze prachtige tuin dan wilt u misschien wel het tuin team komen versterken een middag in de week?

De wandeling vindt plaats op woensdag 10 juli 2013. Inloop bij 't Hof van Assendelft, Hofweg 13, 3274 BK Heinenoord vanaf 13.30 uur. Aanvang wandeling om 14.00 uur.

Aanmelden is gewenst, via info@streekmuseumhw.nl Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of telefonisch via 0186-601535 (di t/m za tijdens kantooruren). De kosten voor de wandeling bedragen   € 5,- per persoon incl. 1 koffie/thee. (Vrienden van het museum betalen € 2,50).

Belle van den Berg, Directeur Streekmuseum Hoeksche Waard

woensdag 22 mei 2013

Unieke Boerderijwandeling in het jaar van de Boerderij 2013



2013 is uitgeroepen tot het jaar van de boerderij. Want er is nog steeds grote zorg over de achteruitgang van dit stuk historisch erfgoed. Teveel boerderijen verdwijnen, terwijl ze zo’n belangrijke bijdrage leveren aan de kwaliteit van het landschap.

Om het agrarisch erfgoed in de Hoeksche Waard weer eens goed in de spotlights te zetten, organiseert Streekmuseum Hoeksche Waard te Heinenoord Boerderijenwandelingen op zaterdag 1, 15 en 22 juni. Onder leiding van een gids gaat de wandeling langs drie imposante herenboerderijen met elk een interessant verleden.

Deelnemers melden zich om 13.00 uur bij het Hof van Assendelft, Hofweg 13 in Heinenoord, waar ze ontvangen worden met koffie, thee of een glaasje sap. De gids zal iets vertellen over het Streekmuseum Hoeksche Waard en het historische pand de Hof van Assendelft uit 1767 waarin het museum is gehuisvest. Vervolgens gaat de groep wandelaars langs de boerderijen West- en Midden Leeuwenstein en naar de molen van Goidschalxoord. De molenaar vertelt iets over de geschiedenis van de molen en er is heerlijk pannenkoekenmeel te koop. Onderweg vertelt de gids nog over andere interessante gebouwen en objecten zoals bijvoorbeeld het Regthuis, het Veerhuis, de kleinste Watertoren van ons land en de Nederlands Hervormde kerk van Heinenoord. De wandeling eindigt bij Oost-Leeuwenstein, de prachtige gerestaureerde boerderij die deel uit zal gaan maken van het Streekmuseum. Op het ogenblik wordt hard gewerkt aan de inrichting van de boerderij en de wandelaars krijgen de unieke gelegenheid de boerderij van binnen te zien, een echte ‘pre-view’! Dit alles voor de prijs van €5,00 per persoon. Aanmelden is wel noodzakelijk, uiterlijk op de woensdag voor de zaterdag van uw keuze via info@streekmuseumhw.nl of telefonisch op 0186-601535 (di t/m za tijdens kantooruren). De wandeling is ongeveer 6 km. Kosten voor deelname is € 5,- per persoon incl. koffie/thee. Vrienden van het museum betalen € 2,50.

Belle van den Berg, Directeur Streekmuseum Hoeksche Waard

woensdag 20 maart 2013

Anna Hers, bevlogen bibliothecaresse in Oud-Beijerland


In 1910 werd in Oud-Beijerland de eerste leeszaal geopend als onderdeel van de vereniging “Ons Huis” aan de Kerkstraat 15, het huis met de trapgevel is nog duidelijk herkenbaar. De oprichtster en eerste directeur- bibliothecaresse  van deze leeszaal was Anna Hers, op 29 juni 1885 in Oud-Beijerland geboren dochter van de huisarts Dr. J.F. Ph. Hers.

Bibliothecaresse en schrijfster
Anna Hers wijdde zich met hart en ziel aan het stimuleren van het lezen door de jeugd van Oud-Beijerland. Kinderen kwamen thuis niet in aanraking met het lezen van boeken, want vaak moest er na schooltijd  worden meegeholpen op het land en tijdens de oogsttijd moesten zij veel verzuimen om een bijdragen te leveren aan het gezinsinkomen. Ook kwam analfabetisme bij veel  de ouders voor, zodat boeken in die gezinnen ook niet aanwezig waren.
Maar het prachtige initiatief van Anna Hers werd door de overheid niet gewaardeerd. De rijksoverheid weigerde om ook maar een cent subsidie te verlenen en ook de gemeente Oud-Beijerland hield de hand op de knip. Het kleine salaris dat Anna Hers ontving kwam van
Antoinette Clara de Jongh- van Weel, die ook het pand Kerkstraat 15 aan de vereniging schonk. Pas in 1919 kreeg de leeszaal financiële ondersteuning. In 1970 ging de leeszaal op in een officiële bibliotheek, die we nu kennen als de Openbare bibliotheek.

Wie was deze bevlogen eerste Bibliothecaresse? Sommige ouderen zullen haar misschien nog kennen als de schrijfster van kinderboeken. In 1906 werden er al gedichten van haar geplaatst in het tijdschrift de hollandsche lelie. In 1910 maakte zij haar debuut met haar roman Josua Brunsveld. Net voor de eerste wereldoorlog. In 1913 verscheen haar boek de familie Welmoed. Haar meest bekende boek was het in 1928 verschenen beugeljong, dat werd bekroond bij een prijsvraag van de uitgeverij Holkema en Warrendorff. In datzelfde jaar verscheen bij Hollandia drukkerij haar boek Martha`s grootste levensles, opgedragen aan Riet één van de meisjes van haar kinderclubs. In 1930 verhuisde zij naar Rotterdam. Waar zij haar activiteit als jeugdwerker voortzette. Ook was zij patrones bij het Nederlands Genootschap tot zedelijke verbetering der gevangenen. Totaal schreef Anna Hers 20 boeken. Ook voor opkomende schrijfsters was zij een hulp. Anna Hers begeleidde de later bekende schrijfster Lenie Saris met haar eerste boek “Licia zet door”.

Pieter Jan in `t Veld, Voorzitter Historische vereniging Oud-Beijerland

dinsdag 5 maart 2013

Dwangarbeiders uit de Hoeksche Waard


In de tweede Wereldoorlog zijn talloze Hoeksche Waarders meegenomen naar Duitsland om daar te werken. De Bibliotheek Hoeksche Waard besteedt hieraan aandacht in het kader van geschiedenis in de bibliotheek. Op donderdagavond 21 maart 2013 zal A.O. den Hartog – die het zelf meemaakte - hierover zijn verhaal vertellen in Bibliotheek Strijen.

Bijna een half miljoen Nederlanders werden in de tweede wereldoorlog als dwangarbeider naar Duitsland gestuurd. De grootste massale ronselactie van de Duitse bezetter vond plaats op 10 en 11 november 1944 in Rotterdam. Er werden 50.000 mannen onder bedreiging van geweld huis aan huis opgehaald. Ongeveer 80% van alle in Rotterdam aanwezige mannen werd opgepakt. Zij werden naar Duitsland vervoerd in afgesloten veewagons, Rijnaken of te voet.

Hun verhaal werd na de oorlog amper gehoord of verteld. Mede daardoor kregen zij niet de tijd om hun ervaringen te verwerken, want terug in Nederland moesten zij direct aan de slag bij de wederopbouw. Pas de laatste jaren komt er aandacht voor hun indringende verhalen.

Oud-burgemeester van Geertruidenberg A.O. den Hartog was één van hen. Hij was voorzitter van de Vereniging van ex-dwangarbeiders Nederland tweede wereldoorlog (VDN) en streed jarenlang voor compensatie voor dit onrecht. Den Hartog weet als geen ander deze periode in historisch perspectief neer te zetten. Als inwoner van de Hoeksche Waard en lid van de historische vereniging ’s-Gravendeel heeft hij veel kennis over de dwangarbeiders uit de Hoeksche Waard. Gevoegd bij zijn persoonlijke ervaring levert dit een bijzondere en aangrijpende getuigenis over deze zwarte periode uit onze geschiedenis.

Geertje Wiersma

Donderdag 21 maart 19.30 tot 21.30 | De Bibliotheek Hoeksche Waard | vestiging Strijen | Stockholmplein 1 | 3291 TP Strijen | 078 6741041 | toegang € 5,00, voordeel met je biebpas € 2,50 | aanmelden via www.debhw.nl of aan de balie van de bibliotheek