Het gezellige, intieme zaaltje van de Elzentuin in Oud-Beijerland puilde afgelopen zaterdag uit. Het waren allemaal genodigden, het meest dames, die het heugelijke feit bijwoonde dat de uitgever van de schrijfster Gerda van Wageningen haar 100ste boek presenteerde. Zoals gezegd veel dames, want Gerda’s sociale leven draait vooral om haar vriendinnen, waar ik er één van ben. Wat wij als vriendinnen die middag gemeen hadden was, dat wij haar al die loftuitingen zo van harte gunde. Monique Boltje, hoofdredacteur bij Uitgeverij Kok had alles uit de kast gehaald om Gerda een prachtig eerbetoon te schenken. Niet alleen haar honderdste boek werd gepresenteerd, maar ook kreeg zij een heus glossy die de titel ‘Gewoon Gerda’ meekreeg, dit ter onderscheid van de reeds gepubliceerde ‘Gerda’ van toenmalig Minister Gerda Verburg. Onder het genot van een heerlijke, uitgebreide High Tea luisterden wij naar de toespraakjes. Naar die van haar uitgever, maar ook naar de van de burgemeester van Oud-Beijerland, Klaas Tigelaar.
Uit handen van de burgemeester ontving Gerda namelijk de gemeentelijke erepenning. Haar betekenis en verdiensten voor de samenleving op cultureel gebied, vanwege haar vele romans, waarin de historie van de streek en Oud-Beijerland zo treffend naar voren komt, waren voor het college van burgemeester en wethouders reden om de erepenning toe te kennen. Dat betekent dat de naam van Gerda van Wageningen wordt bijgeschreven in het officiële ‘Ereboek der gemeente Oud-Beijerland, vermeldende de door het gemeentebestuur toegekende onderscheidingen’. Het is overigens niet haar eerste onderscheiding. Op 27 januari 2005 werd zij ter gelegenheid van haar 25-jarig schrijversjubileum (en de presentatie van haar 77e roman) benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Gerda van Wageningen (65 jaar) schreef in 1979 haar eerste roman. Sindsdien verschijnen jaarlijks een aantal nieuwe romans van haar hand en worden meerdere titels in omnibussen herdrukt. Haar werk verscheen tot dusver in vele boekuitgaven, met veelzeggende titels als: ‘Rijpend geluk’, ‘Liefde moet groeien’, ‘Oogst van geluk’, ‘Liefdesbloesem’, ‘Zomer van geluk’, ‘Erfenis van de liefde’, ‘Het ware geluk’, ‘Het warme vuur van het geluk’, ‘En toch keert het geluk terug’, ‘Zoeken naar geluk’, ‘Morgen komt het geluk’, ‘Venster naar geluk’, et cetera.
In totaal zijn er tussen de één en anderhalf miljoen boeken van haar verkocht, terwijl in de bibliotheek haar boeken per jaar ruim een miljoen keer worden uitgeleend. Daardoor staat zij de laatste jaren onafgebroken in de Top 5 van de meest uitgeleende auteurs. Een groot deel van haar oeuvre bestaat uit historische romans, die zich afspelen in de tweede helft van de 19e eeuw op Schouwen-Duiveland en in de Hoeksche Waard.
Haar honderdste boek, Onrustig hart, gaat over de suikerfabriek die in 1902 in Oud-Beijerland werd gebouwd. Over de overlast, maar ook over de arbeidskansen die de fabriek met zich mee bracht. Ik mag wel een beetje uit de school klappen als ik zeg dat momenteel na die honderdste alweer drie romans liggen te wachten om gedrukt te worden. Gerda is ontzettend gedisciplineerd. Zij staat ’s ochtends om zes uur op, neemt een douche, laat haar hondje uit, ontbijt en gaat dan zo rond half acht naar haar werkkamer om vervolgens flink wat weg te rammelen op haar toetsenbord. Onlangs vertelde zij nog dat ze al menig toetsenbord versleten heeft omdat blijkbaar door haar stevige aanslag de letters vervagen. Als vriendinnen weten wij dat we haar in de ochtend niet moeten storen, pas zo rond 12.00 uur wanneer haar maag begint te rammelen komt de rest van de wereld weer in beeld. Dan maakt ze afspraken met haar vriendinnen om te gaan lunchen, te golfen of te vogelen. Wij lunchen samen geregeld en bij mooi weer plakken we daar een wandeling achteraan. Het is een feestje om met haar de natuur in te trekken, want Gerda weet ontzettend veel van de vogels en de natuur. Zij heeft prachtige dure kijkers waarbij je de door de lepelaars gevangen visjes zo het keelgat in ziet glijden.
Gerda van Wageningen doet veel onderzoeken in archieven en documentatiecentra en leest ter voorbereiding voor een boek daarnaast standaardwerken uit de periode aarover zij wil gaan schrijven. Daarnaast sprak zij in de jaren tachtig veel met ouderen die rond 1900 het levenslicht zagen. Ook voor haar trilogieën over verpleegsters, dokters en reders uit die periode pleegde zij gedegen research en sprak zij met gepensioneerden over hun beroep en werkwijze.Daarnaast schrijft zij regelmatig thematische romans over onder meer anorexia en faalangst. Kortom: met haar uitgaven bereikt zij alle lagen van de bevolking.
Gerda van Wageningen zag het levenslicht op 4 oktober 1946 in Zwijndrecht en stamt uit een geslacht van boeren en schippers. Zij is moeder van twee zoons, heeft een groot deel van haar leven in Klaaswaal gewoond, maar is sinds enige jaren inwoner van Oud-Beijerland. Naast het schrijven van boeken is geschiedenis haar grote hobby (overigens een bijzonder prettige bijkomstigheid bij het schrijven van historische streekromans).
Na optredens van een delegatie van het Pop-Up koor uit Oud-Beijerland en een kleine lezing van Pieter Jan in ’t Veld van de Historische Vereniging Oud-Beijerland over de voormalige Suikerfabriek, het onderwerp van haar 100ste roman, kregen de genodigden allemaal naast de glossy Gerda, de honderdste uitgave ‘Onrustig hart’ mee. Het resultaat was dat er een dikke file naast haar stoel ontstond voor een aardig woord en een handtekening voor in het boek. Voor Gerda is het de komende week nog niet rustig, ze zal nog in een koffietijd programma op televisie te zien zijn, ook Hart van Nederland op SBS6 zal aandacht aan haar schenken. Verder zit ze bij Pauw en Witteman op de reservebank. De meeste kranten zoals de Volkskrant, AD/RD schreven al vooraf en de Telegraaf zal later met een artikel komen. Kortom, nog even geen tijd om terug te keren naar haar rustige werkkamer, waar ze eigenlijk meer naar verlangd dan, zoals zij het zo mooi zegt ‘al dat gedoe’. Volgende week dan keert de rust terug en gaan we samen via de de Stichting Samenleving Oud-Beijerland een reisje maken naar Assen waar de grote China tentoonstelling plaatsvindt. ‘Tot Assen’, zei ze bij het afscheid tussen twee handtekeningen in. Ik zag de twinteling in haar ogen, want een schrijfster die zo gedisciplineerd vooruit werkt, kan zo’n dagje uit wel lijden en wellicht vinden we ooit nog eens iets terug in haar werk over een bezoek aan de tentoonstelling over die bijzondere Chinese Gouden Eeuw.
Tekst & fotografie Marja Visscher
http://dorpsspot.blogspot.com/