maandag 31 december 2012

Oude kranten


Het is nog altijd een pijnlijke en verdrietige herinnering: de watersnood van 1953 die in de nacht 31 januari op 1 februari en de dagen daarna meer dan 1800 levens eiste. Ook de Hoeksche Waard werd zwaar getroffen. Nu, zestig jaar later, wordt deze rampzalige stormnacht breed gememoreerd op ons eiland. De Historische verenigingen en het streekmuseum land van Strijen staan uitgebreid stil bij de gebeurtenissen in die dagen. De Bibliotheek Hoeksche Waard draagt bij in de vorm van een lezing door spreker en ooggetuige Henk Velthoen.
Wie zelf op zoek gaat naar gegevens over deze catastrofale vloed, waarbij het springtij het water in de Noordzee hoog opdreef, doet er goed aan de kranten uit de eerste maanden van 1953 na te slaan. Immers: de actuele nieuwsberichten vormden ook toen al een zeer nabije informatiebron.  Ingewikkeld is het niet. Je kunt de meeste krantenarchieven gewoon aan de keukentafel via internet raadplegen en zoeken op trefwoord of op datum.
Oude kranten zijn een belangrijk onderdeel van ons cultureel erfgoed en vormen een bruikbare historische bron, die teruggaat tot in de 17e eeuw. De eerste Nederlandse krant was de Courante uyt Italien, Duytslandt, &c. uit 1618. Dit nieuwsblad kwam met zekere regelmaat uit en er stond in eerste instantie alleen maar buitenlands nieuws in. Een van de kranten die ook nu nog bestaan en een online toegankelijk archief hebben, is de Leeuwarder Courant. De krant werd opgericht in 1752 en besteedde ook aandacht aan nationaal nieuws en pas sinds 1850 ook aan provinciaal nieuws. Het Algemeen Handelsblad was in 1830  de eerste krant die dagelijks uitkwam.
In De Bibliotheek Hoeksche Waard kan je via de krantenbank recente krantenberichten vinden, lezen, mailen en printen. Het gaat dan om stukken die de afgelopen tien jaar in de grote nationale kranten zijn verschenen. Wie verder teruggaat in de tijd kan onder meer online terecht bij de Koninklijke Bibliotheek (http://kranten.kb.nl/) Kleine lokale berichten vind je via http://kranten-historisch.startpagina.nl
Ingrijpend historisch nieuws is via internet vers van de pers te vinden. Zoals bijvoorbeeld het bericht over de catastrofale watersnood ramp in De Tijd van 3 februari 1953. En ander historisch nieuws dat de Hoeksche Waard aangaat is via deze weg te vinden. Denk aan de voltooiing van de Heinenoord tunnel, of de ingebruikname van de Volkeraksluizen. Wie beschikt over een iPad of een andere tablet kan ook gebruikmaken van de Koninklijke Bibliotheek app Hier was het nieuws. Met deze app kan je overal in Nederland historische informatie oproepen over de plek waar je bent. Een ongeluk, brand of misdaad? Een oproer, optocht of onthulling? Je leest het direct in historische krantenartikelen.
Geertje Wiersma

Lezing over de watersnood door oud-wethouder Henk Velthoen op 31 januari van 20.00h tot 22.00h in De Bibliotheek Hoeksche Waard te Numansdorp | Wethouder van de Veldenwg 3 | 3281 AN | Numansdorp Vooraf aanmelden gewenst via www.debhw.nl , per telefoon 0186 65 34 32 of aan de balie. Toegang €5,00 voordeel met je biebpas: € 2,50

woensdag 5 december 2012

Ons landschap opent luiken


Het ontstaan van ons landschap
De Bibliotheek gaat over Literatuur en Cultuur. Het levert verhalen, verbeelding en inspiratie op. Dat is ook een van de grote verdiensten van geschiedenis in de bibliotheek: het inspireert, prikkelt je verbeelding en laat je met nieuwe ogen kijken naar je omgeving. Een oude omgeving met een eigen verhaal, dat het waard is om gekend te worden.
Historie in de Bibliotheek (HIB) heet het officieel. Een gesubsidieerd programma met duidelijk geformuleerde doelen, evaluatie momenten en andere officiële toeters en bellen. Doel is de inwoners beter toegang te verschaffen tot lokaal historische informatie. De bibliotheek kan zich hiermee profileren als kenniscentrum op het erfgoedterrein - en als vanzelfsprekende partner in het culturele veld. Bovendien trekt geschiedenis in de bibliotheek een nieuw en breed publiek.
De afgelopen vier jaar heeft de Bibliotheek Hoeksche Waard hard gewerkt aan historisch cultureel erfgoed: contacten gelegd  met historische verenigingen, de streekmusea in Strijen en Heinenoord en het regionaal archief in Dordrecht. Talloze inspirerende lezingen, tentoonstellingen en filmvertoningen zijn het resultaat. En dat is nog niet alles: in twee bibliotheekvestigingen is nu een bloeiende levendige historische vereniging actief als lokaal historische vraagbaak . In een andere vestiging biedt de bibliotheek onderdak aan de stichting archeologie Hoeksche Waard in de vorm van een semi permanente tentoonstelling.
Ook in de collectie, nog altijd de corebusiness van de bibliotheek, vind je de lokale geschiedenis terug. Inmiddels is een aardige verzameling Hoeksche Waardse boeken - voornamelijk over cultureel erfgoed! - bijeengebracht en via het depot beschikbaar voor de lokale bevolking. Een vijftal unieke dorpsfilms is gedigitaliseerd en een deel is inmiddels onder grote publieke belangstelling vertoond. Deze dvd’s worden in alle vestigingen opgenomen in de collectie.
Het mes snijdt van meer kanten. Dankzij geschiedenis in de bibliotheek is er nu een lokaal platform waarin thema’s op elkaar worden afgestemd: een lezing met een kleine tentoonstelling in de bibliotheek  moedigt bezoekers  aan om de grote tentoonstelling over hetzelfde onderwerp bij de historische vereniging of in het streekmuseum te bezoeken. Dus ook voor de lokale partners betekent dit: een nieuw breed publiek bereiken.
Hoe succesvol geschiedenis in de bibliotheek is bleek onlangs weer bij de lezing in Puttershoek over het ontstaan van de Hoeksche Waard. Er kwamen meer dan honderd bezoekers, de avond was totaal volgeboekt. Meer dan honderd mensen in de Hoeksche Waard verlieten hun huizen en kwamen naar deze avond over hun eigen geschiedenis. Meer dan honderd bezoekers, op zoek naar een verhaal, historische inspiratie en een nieuwe blik op hun eigen omgeving. Kijk, dat vind ik mooi! Zo opent geschiedenis in de bibliotheek luiken. Het verrijkt je wereld en smaakt naar meer.

Geertje Wiersma

maandag 29 oktober 2012

Oude beelden van het dorpsleven in de Hoeksche Waard

Buitenspelen, de kerk, de eerste auto’s, portretten van bewoners voor hun huizen, muziekkorpsen en schoolpleinen in de Hoeksche Waard. De Bibliotheek Hoeksche Waard gaat in bijna alle vestigingen filmbeelden uit de jaren vijftig en zestig vertonen.

Hoe weten wij hoe het er zestig jaar geleden in de Hoeksche Waard aan toe ging? Hoe kinderen zich na schooltijd vermaakten? Hoe een dag van een huisvrouw eruit zag? Het zijn juist die kleine dingen, de dagelijkse gang van zaken in de dorpen, die bepalend waren voor het leven van veel Hoeksche Waarders. Oude filmbeelden herinneren aan de spelletjes, de tradities, het dagelijks ritme en de modernisering van het eiland.

De belangrijkste bron voor de vertoonde beelden is een film die de zakenman J.W.L. Adolfs in de jaren vijftig en zestig maakte in de Hoeksche Waard. Erfgoed centrum DiEP te Dordrecht vond de beelden in het archief en monteerde ze tot vijf avondvullende films vol unieke dorpsbeelden. Deze filmavonden worden georganiseerd in samenwerking met lokale historische verenigingen, met erfgoedcentrum DiEP in Dordrecht en met het streekmuseum Hoeksche Waard in Heinenoord.

Een eerste filmavond in De Bibliotheek Hoeksche Waard in vestiging Mijnsheerenland trok meer dan zestig bezoekers. Een enorme opkomst voor een dorp met 6400 inwoners. Voor de meeste dorpelingen was het een feest van herkenning om alle bekende gezichten uit het verleden weer terug te zien. De reacties waren zeer enthousiast en veel bezoekers vroegen na afloop om een dvd om de film thuis nog eens rustig te bekijken.

Via het project HIB (Historie in de Bibliotheek) kreeg De Bibliotheek Hoeksche Waard geld van de provincie om vijf 8mm-films te digitaliseren en op dvd te zetten. Na vertoning komen de dvd’s in alle acht vestigingen in de uitleen. Een groot plezier voor veel dorpelingen en voor De Bibliotheek Hoeksche Waard een succes van onschatbare waarde.

Geertje Wiersma

donderdag 27 september 2012

Op zoek naar oude sportclubs



De historische vereniging in ’s Gravendeel besteedt deze maand aandacht aan de sportverenigingen in het dorp. Heel wat oude foto’s van allerhande sportevenementen zijn opgespoord en gedigitaliseerd. Voor de bewoners, die soms al generaties lang aan het dorp verbonden zijn, is het enorm leuk om voorouders, zichzelf, clubgenoten en vrienden van vroeger, weer eens op oude foto’s terug te zien.

Sport en lichaamsbeweging als vrijetijdsbesteding zijn in Nederland pas sinds het eind van de 19e eeuw onder brede lagen van de bevolking populair. Het werd gezien als iets dat het lichaam gezond hield, maar dat ook goed was voor de vorming van karakter en persoonlijkheid. Bij karaktervorming dacht men onder meer aan het tonen van vlijt, volharding en soberheid en het hanteren van goede omgangsvormen. Deze nieuwe zienswijze leidde tot de komst van georganiseerde sportbeoefening in clubs en bonden.

De oudste veldsportclub in Nederland is De Koninklijke UD Deventer (voluit Koninklijke Deventer Cricket en Football Club Utile Dulcii) van 13 oktober 1875. Vier jaar eerder was in Deventer al de eerste fietsclub van Nederland gestart onder de naam “Immer Weiter”. De Koninklijke HFC Haarlem van 15 september 1879 was de eerste club die speciaal als voetbalclub is opgericht.

In de Hoeksche Waard gebeurde alles een beetje later. Hier zagen de eerste sportverenigingen in de jaren twintig en dertig het licht. Zoals gymnastiekvereniging DOS (door Oefening Sterker) in 1922 in s‘Gravendeel, Voetbalclub De Goudswaardsche Boys in 1932 en in datzelfde jaar de Voetbalclub Nooit Gedacht op Tiengemeten. Een van de eerste sportclubs was gymnastiekvereniging Door Oefening Beter in Numansdorp, die begon te oefenen in 1908. Veel succes hadden S.S.S. (Sport Staalt Spieren) een voetbalclub in Klaaswaal en K.N.C. Numansdorp, beide opgericht in 1920.  In Strijen was voetbalclub Be Quick actief vanaf 1921. Deze club had ook een korfbaltak onder de naam O.N.A. (ontspanning na arbeid).

Deelname aan sport in clubverband en contact met anderen door je sport leidt tot sociale samenhang. Dat is belangrijk in deze tijd waarin sociale verbanden meer en meer uit elkaar lijken te vallen en veel mensen zich ontheemd voelen. Misschien staat daarom ook de geschiedenis van sport in clubverband de laatste jaren in de belangstelling. Bijzonder, omdat het daarbij juist om lokale geschiedenis gaat. Via internet is een databank te raadplegen met daarin veel info over de ontstaansgeschiedenis van lokale sportclubs. Kijk maar eens op http://www.historici.nl/Onderzoek/Projecten/Sportverenigingen/gids/search

Geertje Wiersma

vrijdag 17 augustus 2012

Kunnen wij de geschiedenis echt kennen?

Is er één historische waarheid en kunnen wij die werkelijkheidsgetrouw verbeelden in het heden? Een vraag die historici al bezighoudt sinds mensenheugenis. Dat deze vraag nooit bevredigend beantwoord is, zegt waarschijnlijk al genoeg. Niet voor niets had de geschiedenis bij de oude Grieken een eigen muze: Kleio. Geschiedenis was geen wetenschap, maar gewoon één der schone kunsten.   

In mei 2012 verscheen de nieuwe roman van Nelleke Noordervliet, Vrij man. Deze historische roman gaat over arts en jurist Menno Molenaar, die na de vroege dood van zijn vader het genadebrood van zijn Rotterdamse koopmansfamilie eet. De schrijfster maakt zelf deel uit van haar verhaal: zij wandelt met Molenaar door zijn verleden en schrijft zijn geschiedenis, die een vertekening is van de echte geschiedenis. Kan zij het verleden echt kennen, echt begrijpen?

De schrijfster en haar fictieve hoofdpersonage ontmoeten elkaar in New York. Ze zijn Rotterdammers die gestudeerd hebben in Leiden. Terug in Nederland volgt een tocht langs de plaatsen waar Menno heeft gewoond en geleefd. Via Menno schrijft Noordervliet over het leven in de Gouden Eeuw, de sociaal-maatschappelijke omstandigheden, de gespannen politieke situatie en de veranderingen in het denken over wetenschap en religie. Menno komt in aanraking met de kring rond Spinoza. Door diens ideeën raakt hij los van het geloof. Hij wordt gedwongen bij Johan de Witt te spioneren voor de Engelsen. Na een gewelddaad vlucht hij naar New York.

De schrijfster is zelf een van de personages in de roman. In haar visie dragen historische figuren evenveel bij tot de verbeelding van de geschiedenis als bedachte personages.

Op 4 september (van 15:00 tot 17:00 uur) treedt Nelleke Noordervliet op in de grote tent op het Bram Rozafestival op ’t gors aan de Spuidijk bij Molen de Swaen (Spuidijk 29, 3264 Nieuw Beijerland). Toegang: voor niet-leden € 12,50, voor leden € 10,00. Vooraf aanmelden is zeer gewenst. Vol is vol. Kaarten reserveren via www.debhw.nl of aan de balie van de bibliotheek.
Geertje Wiersma

zondag 22 juli 2012

What is in a name?


What is in a name?
Hoe komt de Hoeksche Waard eigenlijk aan haar naam? Ik heb me dat vaak afgevraagd. Misschien van de Hoeksche en Kabeljauwsche twisten? Of misschien  omdat het eiland in een uithoek lag? Een simpele vraag. Waarop het antwoord simpel te vinden is. Google en wikipedia geven het antwoord met als belangrijkste bronvermelding:  Willem van der Ham, De Grote Waard, geschiedenis van een Hollands landschap (Rotterdam 2003).

Ik cıteer: De huidige Hoeksche Waard ontstond na 1421 toen de Sint Elisabethsvloed het gebied overstroomde en de waterlopen in het deltagebied drastisch veranderde. Daarvoor hoorde het oostelijk deel bij de Groote of Hollandsche Waard, en het westelijk deel bij het voormalige eiland Putten. Na deze overstroming waren alleen de polders Munnikenland en Sint Anthoniepolder en enkele dijken nog over. In de Sint Anthoniepolder staat nog een kerkje dat tussen 1300 en 1400 is gebouwd. De naam Hoeksche Waard is afgeleid van de ambachtsheerlijkheid Hoecke, het tegenwoordige Puttershoek.
De bedijking van de Hoeksche Waard vond in hoofdzaak plaats tussen 1538 en 1653. De Hoeksche Waard bestaat uit ongeveer zestig polders. Er is een vijftal ringpolders; de Sint Anthoniepolder (1357), de Munnikenpolder (1411), de Heinenoordse polder (1437), de polder Oud Korendijk (1439), en de polder Oud-Piershil (1524). Alle andere polders zijn op deze oude polders aangehaakt. De Eendrachtspolder uit 1653 was de laatste grote polder die werd bedijkt. In de eeuwen daarna werden alleen nog smalle stroken land bedijkt, voornamelijk langs het Haringvliet en het Hollands Diep. Bijna alle dijken zijn nog aanwezig in het landschap van de Hoeksche Waard.
Geertje Wıersma

donderdag 5 juli 2012


Het Ouwe Veer en de Kildijk
De historische vereniging in 's Gravendeel verzorgt iedere eerste zaterdag van de maand een nieuwe fotopresentatie met unieke oude foto's van het dorp op een groot scherm in de bibliotheek. Elke maand komt een ander thema aan de orde. Het eerste thema is het Ouwe Veer en de Kildijk.
De Kildijk is een van de oudere locaties in het dorp. Het Oude Veer en de Kildijk, zijn onderdeel van de polder het Landigje Bevershoek. En die polder is in de eerste helft van de 17e eeuw ingepolderd. Het dorp 's Gravendeel is al eerder – in de zestiende eeuw - ontstaan rond De Heul. Straatnamen als Kerkstraat, Voorstraat, Langestraat, Rijkestraat en Smidsweg waren in het begin van de 17e eeuw al bekend. De Kildijk en het Oude Veer kwamen daar in de loop van de zeventiende eeuw bij.
Het Oude Veer was vooral van belang omdat daar vroeger het Recht- en Raadhuis van 's Gravendeel stond en al het doorgaande verkeer naar Dordrecht passeerde. Ook waren er winkels gevestigd. Zo had Noorlander daar zijn winkel en ook Voorwinden had daar een pand. De afgelopen eeuw zijn veel foto’s gemaakt van de Kildijk en het Ouwe Veer. Gelukkig is een groot deel bewaard gebleven.

De data van de fotopresentaties zijn: Zaterdagmorgen 7 juli ( 's Gravendeel en het "Ouwe Veer" en de Kildijk). Zaterdagmorgen 4 augustus ('s Gravendeel en de brandweer), Zaterdag 1 september ('s Gravendeel en de Molendijk), Zaterdag 6 oktober ('s Gravendeel en sportverenigingen), Zaterdag 3 november ( 's Gravendeel en de Rijkestraat met haar bewoners), Zaterdag 1 december ('s Gravendeel en de winter). Op alle genoemde zaterdagen draait de foto-presentatie van 9.30h - 12.00h.

Geertje Wiersma

woensdag 13 juni 2012

Glasmysterie

Dertig jaar geleden werd in de Kerkstraat in Strijen, bij de uitbreiding van het gemeentehuis, een unieke vondst gedaan. Onder meer onbeschadigd Venetiaanse glaswerk uit de vijftiende eeuw en het zogenaamde Waldglas. Maar ook ander vondstmateriaal, zoals gebruiksaardewerk van 1350 tot 1900 en leren voorwerpen als schoenen en messcheden uit de eerste helft van de veertiende eeuw. Glas van vóór 1550 is zeldzaam. Vooral omdat het in deze periode vrij weinig voorkwam als gebruiksgoed. Alleen de allerrijksten konden zich dit permitteren. In feite roept de vondst veel vragen op. Wie waren die puissant rijke mensen in de Hoeksche Waard die dit glas in hun bezit hadden? Waren het bestuurders? Graven of schepenen en schouten? Was Strijen een welvarende gemeenschap? Hoe lang wonen er al mensen op deze plek? Het blijft een mysterie. Het opzienbarende glaswerk is permanent tentoongesteld in museum Land van Strijen. Geertje Wiersma

woensdag 25 april 2012

Joods leven in de Hoeksche Waard




Rotterdam krijgt een monument dat de transporten herdenkt waarmee tijdens de tweede wereldoorlog Joodse kinderen naar concentratiekampen zijn afgevoerd. Het monument van architect Wim Quist zal begin 2013 worden geplaatst aan de Stieltjesstraat op de Kop van Zuid. Vanuit een loods op het Stieltjesplein werden 15.000 Joden uit de regio Rotterdam naar Auschwitz en Sobibor vervoerd. Onder hen waren ook veel inwoners van de Hoeksche Waard.   

Het verleden van de Joodse gemeenschap in de Hoeksche Waard is beschreven door meerdere auteurs, onder wie Alie van den Berg. Van den Berg is beheerder van het historisch informatiepunt van de Historische Vereniging Oud-Beijerland in de Bibliotheek Hoeksche Waard. Zij deed onderzoek naar de Joodse gemeenschap in Oud-Beijerland en onderzocht diverse Joodse begraafplaatsen. Van den Berg zocht de familiegeschiedenis en genealogie bij de grafstenen.

In Oud-Beijerland wordt al rond 1800 geschreven over een synagoge en in 1790 koopt men grond voor een begraafplaats. In Numansdorp woonde in de tweede helft van de negentiende eeuw een twintigtal joden, die een gezamenlijke synagoge hadden. Ook in ’s Gravendeel en Puttershoek was een Joodse gemeenschap. In het dorp Mijnsheerenland verbleef in de herfst van 1939 een groepje kinderen van de jeugd-aliya uit Duitsland. In de tweede wereldoorlog werd vrijwel de gehele Joodse gemeenschap van de Hoeksche Waard afgevoerd en vermoord.

Alie van den Berg schreef een tweetal boeken over de Joodse gemeenschap in Oud-Beijerland. Ook over de  Joodse bevolking in andere dorpen in de Hoeksche Waard is na de oorlog geschreven. Boeken rond dit thema zijn verkrijgbaar in Bibliotheek Hoeksche Waard. Een manier om de lokale herinnering levend te houden.

Geertje Wiersma

maandag 12 maart 2012

Mooie bibliotheken in een prachtige ambiance



Gastblog Marja Visscher

Al mijn hele leven houd ik van bibliotheken die duizenden titels herbergen in prachtige banden. Waar stilte, wijsheid, inzicht en avontuur op honderden planken bijeen zijn gebracht. De plaats waar je vragen werden beantwoord en je leven rijker maakte. Waar het zo speciaal ruikt, de lucht van de liefde voor het papieren boek. Alleen de woorden al, wie had ooit kunnen denken dat je wanneer je over een boek spreekt het over een papieren boek hebt. Want zijn er dan nog andere boeken? Jawel, de tijden zijn veranderd en zullen nog drastischer veranderen. De romantiek van het papieren boek is nu al verdwenen, al leest nog maar één procent digitaal. Mijn liefde voor het (papieren)boek en voor de bibliotheek in het algemeen waren een aantal jaren geleden aanleiding om toe te treden tot de Raad van Toezicht Bibliotheek Hoeksche Waard. Gisterenavond vergadering gehad en het meerjarenplan en projectplan voor de toekomst doorgenomen. Natuurlijk, het is geschoeid op de hedendaagse ontwikkelingen, een mens moet daar in mee anders kan ik beter uit de Raad stappen. Maar het doet diep in mijn hart pijn. Drastische bezuinigingen, waar overigens door de directeur, Marieke Montenarie, op voortreffelijke wijze mee is omgegaan. Maar juist die bezuinigingen brengen activiteiten voort die zo ver afstaan van het beeld dat ik heb van een mooie bibliotheek. Het is 'roeien met de riemen die je hebt' en dat doet de Bibliotheek Hoeksche Waard prima. Krimp, binnen een eigentijds concept en de moeite nemen daar de mensen weer eigen mee te maken. Maar het visioen dat er in de toekomst alleen nog via de computer thuis een boek kan worden besteld. Dat er dan ergens in de Hoeksche Waard een loods of gebouw staat waar de gehele voorraad boeken staat opgeslagen. Waar één man of vrouw in een auto de bestelde boeken ophaalt en die net als het stoomgoed en de pakjes van TNT naar een bepaald punt in de supermarkt brengt waar je je boek kunt ophalen. Het is er nog niet, maar gaat het wel worden. Voor mij een boze droom die ver afstaat van een bibliotheek zoals ik die in gedachte heb. Geen Google, geen Wikipedia, geen e-reader, maar gewoon een laddertje op om wijsheid en inzicht van de plank te halen, om in stilte aan een leestafel te genieten van het mooie papier, de prachtige letter, de lay-out en de bijzondere bindwijze. Een notitie maken van het gezochte, om dat later in het boek dat ik aan het schrijven ben te verwerken. Een papierenboek! Want ik blijf ze schrijven, papieren boeken. Vanmiddag, onderbreek ik het schrijven en ga ik naar de feestelijke heropening van de bibliotheek Numansdorp. Zal dan weer voor even de knop omzetten, want niemand kan mij beletten om te dromen van hoge, statige kasten met trapjes, de doodse stilte en de lucht van weleer....

Posted by Picasa

maandag 6 februari 2012

Bas van der Heiden schrijft opnieuw prachtig boek over de RTM: met 200 foto’s

Zojuist verscheen bij uitgeverij Deboektant Klaaswaal wederom een schitterende uitgave over de geschiedenis van de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij, kortweg de RTM genoemd. Aan de hand van maar liefst rond de 200, veelal nog nooit eerder gepubliceerde, foto’s neemt Bas van der Heiden zijn lezers mee op reis door de 100-jarige geschiedenis van de RTM, die duurde van 1878 tot 1978. Niet alleen de stoomtram komt aan bod ook de voorloper, de paardentram, de veerdiensten en het latere busvervoer op de eilanden heeft een plaats gekregen in deze uitgave op A4 formaat.

Op 15 augustus 1878 werd bij een openbare aanbesteding, door de gemeente Rotterdam voor de aanleg en exploitatie van tramwegen op de rechter Maasoever, de concessie verworven door een zekere W.D. van Mourik Dzn en K.B.J. de Bruijn, respectievelijk woonachtig te Drumpt en Tiel. Beide personen brachten deze concessie in nadat bij het passeren van de notariële akte de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij op 12 november 1878 werd opgericht. Op 1 juni 1879 werd de eerste paardentramlijn in Rotterdam geopend. Successievelijk werden nieuwe paardentramlijnen in exploitatie genomen, inclusief een stoomtramlijn naar Schiedam. Op 7 april 1904 wordt de exploitatie van deze lijnen overgedragen aan de nieuw opgerichte Rotterdamsche Elektrische Tramweg Maatschappij. Vanaf 1898 gaat de RTM haar activiteiten verleggen in stoomtram- en veerdiensten en in een later tijdbestek autobusdiensten, op en tussen de eilanden ten zuiden van Rotterdam. Qua bedrijfsvoering waren er 2 afdelingen met daarin ondergebracht 4 groepen. Afdeling I behelsde de groepen Hoeksche Waard en Zeeland; afdeling II de groepen Voorne & Putten en Flakkee. In 1942 werd de eerste tramlijn opgebroken: Middeldijk – Zwijndrecht. Na de Ramp in 1953 verdwenen de tramdiensten in de groep Zeeland. De tramdiensten in de groepen Hoeksche Waard en Flakkee verdwenen in 1956/1957. De eerste tramlijn in de groep Voorne & Putten, die door de autobus werd overgenomen, was die naar Oostvoorne op donderdag 23 september 1965. De laatste tram reed op maandag 14 februari 1966 tussen Spijkenisse en Hellevoetsluis.Tussen de eilanden onderhield de RTM veerdiensten, die een schakel vormden tussen de tramdiensten. De veerdienst Numansdorp – Haven – Zijpe v.v. verdween in 1964; in januari 1966 gevolgd door de veerdienst naar Willemstad. Door de gevolgen van de bouw van de bruggen en dammen ingevolge van de Deltawerken, werd op zaterdag 14 augustus 1971 de veerdienst Hellevoetsluis – Middelharnis Haven v.v. stilgelegd. Vanaf 1923 ging de RTM met autobussen rijden, die plaatsen bedienden waar de tram niet reed. Deze busdiensten sloten aan op de komende en gaande trams. Nadat de tramdiensten in de verschillende groepen langzaam maar zeker verdwenen, werd de taak van de autobus bij de RTM steeds belangrijker. Naast de reguliere autobusdiensten werden sneldiensten ingelegd. Nieuwe busstations werden gebouwd, met nieuwe autobusdiensten. Vanaf medio 1966 ging de RTM zich bezig houden met toeristenbootdiensten, waarvoor een drie-tal moderne motorschepen werden gebouwd en één motorschip daartoe verbouwd. Busdiensten gaven aansluiting op deze bootdiensten, die veel belangstelling trokken.

De uitgave is te koop bij de boekwinkel en via de webwinkel www.deboektant.nl  voor de prijs van  € 29,95. Het boek (ISBN 978-90-5534-280-8) op A4 formaat bevat naast ongeveer 200 foto’s ook afbeeldingen van tramkaartjes, aandelen en dienstregelingen. Bijzonder zijn ook de opgenomen oprichtingsakte en Koninklijke Goedkeuring waarvan de originele documenten in het bezit zijn van de Klaaswaalse auteur Bas van der Heiden.

Tekst en foto: Marja Visscher

zondag 29 januari 2012

Gewoon Gerda

   



Het gezellige, intieme zaaltje van de Elzentuin in Oud-Beijerland puilde afgelopen zaterdag uit. Het waren allemaal genodigden, het meest dames, die het heugelijke feit bijwoonde dat de uitgever van de schrijfster Gerda van Wageningen haar 100ste boek presenteerde. Zoals gezegd veel dames, want Gerda’s sociale leven draait vooral om haar vriendinnen, waar ik er één van ben. Wat wij als vriendinnen die middag gemeen hadden was, dat wij haar al die loftuitingen zo van harte gunde. Monique Boltje, hoofdredacteur bij Uitgeverij Kok had alles uit de kast gehaald om Gerda een prachtig eerbetoon te schenken. Niet alleen haar honderdste boek werd gepresenteerd, maar ook kreeg zij een heus glossy die de titel ‘Gewoon Gerda’ meekreeg, dit ter onderscheid van de reeds gepubliceerde ‘Gerda’ van toenmalig Minister Gerda Verburg. Onder het genot van een heerlijke, uitgebreide High Tea luisterden wij naar de toespraakjes. Naar die van haar uitgever, maar ook naar de van de burgemeester van Oud-Beijerland, Klaas Tigelaar.


Uit handen van de burgemeester ontving Gerda namelijk de gemeentelijke erepenning. Haar betekenis en verdiensten voor de samenleving op cultureel gebied, vanwege haar vele romans, waarin de historie van de streek en Oud-Beijerland zo treffend naar voren komt, waren voor het college van burgemeester en wethouders reden om de erepenning toe te kennen. Dat betekent dat de naam van Gerda van Wageningen wordt bijgeschreven in het officiële ‘Ereboek der gemeente Oud-Beijerland, vermeldende de door het gemeentebestuur toegekende onderscheidingen’. Het is overigens niet haar eerste onderscheiding. Op 27 januari 2005 werd zij ter gelegenheid van haar 25-jarig schrijversjubileum (en de presentatie van haar 77e roman) benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.


Gerda van Wageningen (65 jaar) schreef in 1979 haar eerste roman. Sindsdien verschijnen jaarlijks een aantal nieuwe romans van haar hand en worden meerdere titels in omnibussen herdrukt. Haar werk verscheen tot dusver in vele boekuitgaven, met veelzeggende titels als: ‘Rijpend geluk’, ‘Liefde moet groeien’, ‘Oogst van geluk’, ‘Liefdesbloesem’, ‘Zomer van geluk’, ‘Erfenis van de liefde’, ‘Het ware geluk’, ‘Het warme vuur van het geluk’, ‘En toch keert het geluk terug’, ‘Zoeken naar geluk’, ‘Morgen komt het geluk’, ‘Venster naar geluk’, et cetera.
In totaal zijn er tussen de één en anderhalf miljoen boeken van haar verkocht, terwijl in de bibliotheek haar boeken per jaar ruim een miljoen keer worden uitgeleend. Daardoor staat zij de laatste jaren onafgebroken in de Top 5 van de meest uitgeleende auteurs. Een groot deel van haar oeuvre bestaat uit historische romans, die zich afspelen in de tweede helft van de 19e eeuw op Schouwen-Duiveland en in de Hoeksche Waard.


Haar honderdste boek, Onrustig hart, gaat over de suikerfabriek die in 1902 in Oud-Beijerland werd gebouwd. Over de overlast, maar ook over de arbeidskansen die de fabriek met zich mee bracht. Ik mag wel een beetje uit de school klappen als ik zeg dat momenteel na die honderdste alweer drie romans liggen te wachten om gedrukt te worden. Gerda is ontzettend gedisciplineerd. Zij staat ’s ochtends om zes uur op, neemt een douche, laat haar hondje uit, ontbijt en gaat dan zo rond half acht naar haar werkkamer om vervolgens flink wat weg te rammelen op haar toetsenbord. Onlangs vertelde zij nog dat ze al menig toetsenbord versleten heeft omdat blijkbaar door haar stevige aanslag de letters vervagen. Als vriendinnen weten wij dat we haar in de ochtend niet moeten storen, pas zo rond 12.00 uur wanneer haar maag begint te rammelen komt de rest van de wereld weer in beeld. Dan maakt ze afspraken met haar vriendinnen om te gaan lunchen, te golfen of te vogelen. Wij lunchen samen geregeld en bij mooi weer plakken we daar een wandeling achteraan. Het is een feestje om met haar de natuur in te trekken, want Gerda weet ontzettend veel van de vogels en de natuur. Zij heeft prachtige dure kijkers waarbij je de door de lepelaars gevangen visjes zo het keelgat in ziet glijden.


Gerda van Wageningen doet veel onderzoeken in archieven en documentatiecentra en leest ter voorbereiding voor een boek daarnaast standaardwerken uit de periode aarover zij wil gaan schrijven. Daarnaast sprak zij in de jaren tachtig veel met ouderen die rond 1900 het levenslicht zagen. Ook voor haar trilogieën over verpleegsters, dokters en reders uit die periode pleegde zij gedegen research en sprak zij met gepensioneerden over hun beroep en werkwijze.Daarnaast schrijft zij regelmatig thematische romans over onder meer anorexia en faalangst. Kortom: met haar uitgaven bereikt zij alle lagen van de bevolking.


Gerda van Wageningen zag het levenslicht op 4 oktober 1946 in Zwijndrecht en stamt uit een geslacht van boeren en schippers. Zij is moeder van twee zoons, heeft een groot deel van haar leven in Klaaswaal gewoond, maar is sinds enige jaren inwoner van Oud-Beijerland. Naast het schrijven van boeken is geschiedenis haar grote hobby (overigens een bijzonder prettige bijkomstigheid bij het schrijven van historische streekromans).


Na optredens van een delegatie van het Pop-Up koor uit Oud-Beijerland en een kleine lezing van Pieter Jan in ’t Veld van de Historische Vereniging Oud-Beijerland over de voormalige Suikerfabriek, het onderwerp van haar 100ste roman, kregen de genodigden allemaal naast de glossy Gerda, de honderdste uitgave ‘Onrustig hart’ mee. Het resultaat was dat er een dikke file naast haar stoel ontstond voor een aardig woord en een handtekening voor in het boek. Voor Gerda is het de komende week nog niet rustig, ze zal nog in een koffietijd programma op televisie te zien zijn, ook Hart van Nederland op SBS6 zal aandacht aan haar schenken. Verder zit ze bij Pauw en Witteman op de reservebank. De meeste kranten zoals de Volkskrant, AD/RD schreven al vooraf en de Telegraaf zal later met een artikel komen. Kortom, nog even geen tijd om terug te keren naar haar rustige werkkamer, waar ze eigenlijk meer naar verlangd dan, zoals zij het zo mooi zegt ‘al dat gedoe’. Volgende week dan keert de rust terug en gaan we samen via de de Stichting Samenleving Oud-Beijerland een reisje maken naar Assen waar de grote China tentoonstelling plaatsvindt. ‘Tot Assen’, zei ze bij het afscheid tussen twee handtekeningen in. Ik zag de twinteling in haar ogen, want een schrijfster die zo gedisciplineerd vooruit werkt, kan zo’n dagje uit wel lijden en wellicht vinden we ooit nog eens iets terug in haar werk over een bezoek aan de tentoonstelling over die bijzondere Chinese Gouden Eeuw.

Tekst & fotografie Marja Visscher
 http://dorpsspot.blogspot.com/