Zojuist verscheen bij uitgeverij Deboektant Klaaswaal wederom een schitterende uitgave over de geschiedenis van de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij, kortweg de RTM genoemd. Aan de hand van maar liefst rond de 200, veelal nog nooit eerder gepubliceerde, foto’s neemt Bas van der Heiden zijn lezers mee op reis door de 100-jarige geschiedenis van de RTM, die duurde van 1878 tot 1978. Niet alleen de stoomtram komt aan bod ook de voorloper, de paardentram, de veerdiensten en het latere busvervoer op de eilanden heeft een plaats gekregen in deze uitgave op A4 formaat.
Op 15 augustus 1878 werd bij een openbare aanbesteding, door de gemeente Rotterdam voor de aanleg en exploitatie van tramwegen op de rechter Maasoever, de concessie verworven door een zekere W.D. van Mourik Dzn en K.B.J. de Bruijn, respectievelijk woonachtig te Drumpt en Tiel. Beide personen brachten deze concessie in nadat bij het passeren van de notariële akte de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij op 12 november 1878 werd opgericht. Op 1 juni 1879 werd de eerste paardentramlijn in Rotterdam geopend. Successievelijk werden nieuwe paardentramlijnen in exploitatie genomen, inclusief een stoomtramlijn naar Schiedam. Op 7 april 1904 wordt de exploitatie van deze lijnen overgedragen aan de nieuw opgerichte Rotterdamsche Elektrische Tramweg Maatschappij. Vanaf 1898 gaat de RTM haar activiteiten verleggen in stoomtram- en veerdiensten en in een later tijdbestek autobusdiensten, op en tussen de eilanden ten zuiden van Rotterdam. Qua bedrijfsvoering waren er 2 afdelingen met daarin ondergebracht 4 groepen. Afdeling I behelsde de groepen Hoeksche Waard en Zeeland; afdeling II de groepen Voorne & Putten en Flakkee. In 1942 werd de eerste tramlijn opgebroken: Middeldijk – Zwijndrecht. Na de Ramp in 1953 verdwenen de tramdiensten in de groep Zeeland. De tramdiensten in de groepen Hoeksche Waard en Flakkee verdwenen in 1956/1957. De eerste tramlijn in de groep Voorne & Putten, die door de autobus werd overgenomen, was die naar Oostvoorne op donderdag 23 september 1965. De laatste tram reed op maandag 14 februari 1966 tussen Spijkenisse en Hellevoetsluis.Tussen de eilanden onderhield de RTM veerdiensten, die een schakel vormden tussen de tramdiensten. De veerdienst Numansdorp – Haven – Zijpe v.v. verdween in 1964; in januari 1966 gevolgd door de veerdienst naar Willemstad. Door de gevolgen van de bouw van de bruggen en dammen ingevolge van de Deltawerken, werd op zaterdag 14 augustus 1971 de veerdienst Hellevoetsluis – Middelharnis Haven v.v. stilgelegd. Vanaf 1923 ging de RTM met autobussen rijden, die plaatsen bedienden waar de tram niet reed. Deze busdiensten sloten aan op de komende en gaande trams. Nadat de tramdiensten in de verschillende groepen langzaam maar zeker verdwenen, werd de taak van de autobus bij de RTM steeds belangrijker. Naast de reguliere autobusdiensten werden sneldiensten ingelegd. Nieuwe busstations werden gebouwd, met nieuwe autobusdiensten. Vanaf medio 1966 ging de RTM zich bezig houden met toeristenbootdiensten, waarvoor een drie-tal moderne motorschepen werden gebouwd en één motorschip daartoe verbouwd. Busdiensten gaven aansluiting op deze bootdiensten, die veel belangstelling trokken.
De uitgave is te koop bij de boekwinkel en via de webwinkel www.deboektant.nl voor de prijs van € 29,95. Het boek (ISBN 978-90-5534-280-8) op A4 formaat bevat naast ongeveer 200 foto’s ook afbeeldingen van tramkaartjes, aandelen en dienstregelingen. Bijzonder zijn ook de opgenomen oprichtingsakte en Koninklijke Goedkeuring waarvan de originele documenten in het bezit zijn van de Klaaswaalse auteur Bas van der Heiden.
Tekst en foto: Marja Visscher